Elk volk wilde zijn eigen bestuur. Een koning die alle macht had, wilde men niet meer. De rijke burgers kwamen in opstand tegen de vorst en eisten dat ze mee mochten besturen.
In Europa waren er verschillende revoluties waarbij de mensen streden voor meer inspraak. Zo kwamen onze gebieden in opstand tegen Willem I, koning van de Nederlanden die al 15 jaar over onze gebieden heerste. Door die revolutie werd België onafhankelijk op 4 oktober 1830.
Uiteindelijk kregen enkel de rijken inspraak in het bestuur van het nieuwe België. Pas na talrijke arbeidersstakingen kreeg iedereen in de loop van de 20e eeuw stemrecht. Toen was er pas sprake van een echte democratie.
De levensomstandigheden verbeterden stilaan, maar de kloof tussen rijk en arm bleef groot!
In Europa waren er verschillende revoluties waarbij de mensen streden voor meer inspraak. Zo kwamen onze gebieden in opstand tegen Willem I, koning van de Nederlanden die al 15 jaar over onze gebieden heerste. Door die revolutie werd België onafhankelijk op 4 oktober 1830.
Uiteindelijk kregen enkel de rijken inspraak in het bestuur van het nieuwe België. Pas na talrijke arbeidersstakingen kreeg iedereen in de loop van de 20e eeuw stemrecht. Toen was er pas sprake van een echte democratie.
De levensomstandigheden verbeterden stilaan, maar de kloof tussen rijk en arm bleef groot!
Opdracht
Bespreek de volgende vragen in je groep.
Bekijk de afbeeldingen en lees de tekst. Welke veranderingen ontdek je allemaal?
Waarom komen die veranderingen er?
Waarom zou deze periode "de tijd van de volkeren" heten?
Bekijk de afbeeldingen en lees de tekst. Welke veranderingen ontdek je allemaal?
Waarom komen die veranderingen er?
Waarom zou deze periode "de tijd van de volkeren" heten?